De aanslag op het vliegtuig van de koning van Marokko 1972 (deel 6)

Amazigh Informatie Centrum
3 min readJun 30, 2019

--

Northrop F-5 Freedom Fighter

Het Marokkaanse leger pleegde op 10 juli 1971 een mislukte staatsgreep tegen de koning in het paleis van Skhirat. Het jaar erop plegen luchtmachtofficieren een nieuwe coup, dit keer werd het vliegtuig van koning Hassan II, op de terugreis uit Frankrijk, in de lucht door straaljagers aangevallen.

In de komende tijd zal het Amazigh Informatie Centrum aan hand van korte artikelen deze historische gebeurtenis reconstrueren. Dat doen we aan de hand van getuigenissen van personen die deze gebeurtenis hebben meegemaakt zoals de gevechtspiloot Salah Hachad, boeken van kritische auteurs zoals Gilles Perrault, Stephen Smith en divers krantenartikelen.

De Marokkaanse luchtmacht beschikte in 1972 over 38 gevechtsvliegtuigen waarvan 14 toestellen van het type Northrop F-5 Freedom Fighter, bekend als de F-5. Dit eenvoudige vliegtuig werd in de jaren 60 door het Amerikaanse bedrijf Northrop geproduceerd volgens drie voorwaarden: klein, licht en goedkoop. De F-5 kon voor verschillende doelen ingezet worden: training, verkenning, aanval, fotografie, luchtverdediging, escorte. Bij het opstijgen kan een F-5 geladen worden met twee keer 280 kogels voor de twee 20mm M39A2 boordmitrailleurs in de neus van het vliegtuig, naast raketten en bommen.

F-5 van de Amerikaanse luchtmacht

De F-5 was voornamelijk bedoeld voor de verkoop aan de bondgenoten van de Verenigde Staten en werd in licentie gebouwd in Spanje en Canada. De Nederlandse luchtmacht had 100 toestellen in gebruik, deze vliegtuigen deden dienst in de Nederlandse krijsmacht tussen 1969 en 1991.

F-5 van de Nederlandse luchtmacht, Wikipedia

Twee F-5 squadrons van de Marokkaanse luchtmacht waren gestationeerd op de vliegbasis Kenitra. Het Marokkaanse deel van de vliegbasis werd bemand door ongeveer 20 gevechtspiloten, zij hadden hun vliegbrevet gehaald op Spaanse of Franse militaire scholen. Toen Marokko halverwege de jaren 60 de Sovjet MiG’s door F-5’s verving, reisden Marokkaanse piloten voor trainingen naar de Williams Air Force Base in Arizona en de Vance Air Force Base te Oklahoma.

F-5 van de Marokkaanse luchtmacht

Tijdens hun stageperiodes in de VS voelden de Marokkaanse piloten zich volwaardige vliegers: ze hadden gelijke rechten als hun Amerikaanse collega’s, ze beschikten over auto’s, kregen een goed salaris. Ze voelden zich vrij op Amerikaanse bodem en waren onder de indruk van de ontwikkeling van het land. Bij terugkomst in Marokko krijgen ze een schok te verduren, sommige piloten krijgen dan tranen in hun ogen en vroegen zich af waarom Marokko zich niet ontwikkeld had. Zij gingen achteruit in salaris en verliezen veel van de rechten waarvan ze in hebben VS genoten.

Marokkaanse piloten, foto uit het boek: Kabazal — Les Emmurés de Tazmamart: Mémoires de Salah et Aïda Hachad

Marokkaanse piloten vliegen in peperdure supersonische straaljagers, uitgerust met hoogwaardige apparatuur en technologie net als de Amerikaanse piloten maar de Marokkanen, of een deel van hun op zijn minst, moeten met het openbaar vervoer naar hun werk gaan omdat ze zich geen eigen vervoer kunnen permitteren. Zij zijn vaak noodgedwongen om (zieke)-familieleden, die het slechter hebben, te helpen in hun levensonderhoud. De ontevredenheid binnen de krijsmacht was groot. De koning had na de mislukte staatsgreep van Skhirat in 1971 de soldij verhoogd, maar er waren geen oplossingen voor de problemen binnen het leger, zoals corruptie, cliëntelisme, het misbruik van soldaten in langere rangen. Het is voor de militairen verboden om lid te worden van een vakbond of politieke partij. In augustus 1972 zal het leger weer een poging doen om de macht over te nemen in Marokko.

Dit artikel wordt vervolgd.

--

--

Amazigh Informatie Centrum
Amazigh Informatie Centrum

Written by Amazigh Informatie Centrum

Amazigh Informatie Centrum (AIC) houdt zich bezig met het vertalen van items oa over de Rif (Marokko). Onderwerpen oa geschiedenis, cultuur en mensenrechten

No responses yet