Getuigenis van mensenrechtenschending in Marokko
Riffijnse activist Karim Ahamjik*: ,,28 augustus herinnert aan mijn arrestatie in 2017. Ik krijg een oproepbrief van de Marokkaanse politie en toen wist ik dat mijn naam op de lijst stond van de mensen die gezocht worden. Ik heb dat alleen aan een paar vrienden verteld, sommige adviseren mij om te vluchten anderen zeiden dat ik me gewoon op het politiebureau moet melden. Ik was overtuigd van wat mij te wachten stond, jaren gevangenisstraf. Zonder aarzeling ging ik naar het politiebureau in Al Hoceima, niet dat ik iets strafbaar heb gedaan, maar een offer voor de activisme.
Eenmaal op het politiebureau werd ik gelijk omringd door een groep agenten toen ik mij presenteer werd ik gelijk geboeid en in een cel gegoeid zonder mij te vertellen waarvoor ze mij gepakt hebben en waarvan ik beschuldig word. Ik kreeg alleen van een officier van de Gerechtelijk Politie deze zin te horen, ‘vandaag ga je vuur poepen’. Ik ben urenlang vastgehouden in een ondergrondse isoleercel. Een donkere ruimte dat niet geventileerd wordt, ik kon de dag niet van de nacht onderscheiden.
In een kantoor op hetzelfde bureau ben ik van alle kanten gefotografeerd en gefilmd, mijn 10 vingerafdrukken werden afgenomen. Toen ze mijn speeksel (DNA-materiaal) wilden heb ik geweigerd, en heb ik ze erop gewezen dat voor het afnemen van DNA-materiaal toestemming nodig is van officier van justitie. Ze antwoorden: wij doen hier wat wij willen, niemand instrueert ons, niemand zal ons ter verantwoording roepen. En toen begon de ellende dat nog lang niet voorbij is.
Ze zijn heel goed in het martelen en vernederen van mensen. Wat zij de mens aan kunnen doen, zal hem een moord die hij niet gepleegd heeft, doen bekennen. Ondanks alles wat zij mij aangedaan hebben heb ik er geen spijt van dat ik actief was bij de Riffijnse volksbeweging.
Ik heb alles wat zij mij aangedaan hebben onthouden, elke detail. Ik laat het nu hierbij, ik zal in het vervolg de rest vertellen”.
*Karim Ahamjik is familielid van Nabil Ahamjik die in 2018 tot 20 jaar cel is veroordeeld voor zijn activisme binnen de Riffijnse protestbeweging .
