Marokkaanse Hulptroepen
De Forces Auxiliaires, de Marokkaanse hulptroepen zijn belast met de handhaving van de openbare orde en veiligheid en staan andere korpsen bij. Volgens de wet ressorteren deze troepen onder het directe gezag van de koning (Koninklijke decreet van 12 april 1976). Zij hebben een militaire status maar vallen onder de regie van het ministerie van Binnenlandse Zaken. In 1988 bedroeg de sterkte van de hulptroepen 38.539 man (1). Zij bestaan uit territoriale eenheden, die gemeentelijk maar ook landelijk inzetbaar zijn(2).
Bijnaam
De hulptroepen zijn in de volksmond bekend als de Mroud (een Amazigh-woord voor een type sprinkhaan), mkhaznia (van Makhzen (3)) of als imkhazniyn in de Tamazigh-taal.
De hulptroepen worden overal als ondersteuning ingezet, bij de politie, de gendarmerie, de douane en het leger. Ook in militaire conflicten zoals de oorlog in de Westelijke Sahara werden de hulptroepen ingezet. Daarnaast worden zij ingezet als grenswacht en vormen ze de belangrijkste versterking voor brandweer bij bosbranden.
Ontstaansgeschiedenis
De hulptroepen zijn een voortzetting van een eenheid van militairen met een lage rang: Senegalese Tirailleurs (4) en de Goumiers (5) die gebruikt werden door de Fransen tijdens de bezetting van Marokko om de Marokkanen te onderdrukken. Omdat de officiële Franse politie alleen in de door Europeanen bewoonde gebieden in Marokkaanse steden patrouilleerde, was deze eenheid specifiek verantwoordelijk voor de handhaving van de orde in de Marokkaanse wijken (6).
Na de Tweede Wereldoorlog herstelt Frankrijk zich van de oorlog en in plaats van het laten afvloeien van gewonde Goumiers of die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, gaf het Franse leger de voorkeur aan om hen in een hulporgaan opnieuw in te zetten. Ze voerden klusjes uit en assisteerden reguliere troepen waar en wanneer dat nodig was.
Hassan II leunt op de hulptroepen
In 1971 en 1972 ontsnapte koning Hassan II aan twee couppogingen van zijn leger. Dat wekte een klimaat van wantrouwen tussen de monarchie en het leger. Dit klimaat stimuleerde de groeiende macht van de politie, gendarmerie en de heropleving van de hulptroepen, die in reserve werden gehouden na de ‘terugtrekking’ van Frankrijk uit Marokko in 1956. De koning benoemde persoonlijk twee hoge officieren van de Koninklijke Marokkaanse strijdkrachten om in 1974 de hulptroepen opnieuw leven in te blazen.
De hulptroepen werden aangewezen om sterk aanwezig te zijn bij de ordehandhaving. Ze kregen een speciale status en een budget van negen miljard centimes (een fortuin op dat moment). Tweederde van de strijdkrachten was vrijwel niet in staat om wegens ouderdoms- of gezondheidsredenen zijn militaire dienst te verlengen: de koning moest opnieuw werven en de hele strijdmacht heropbouwen. Er was geen tekort aan kandidaten maar ze moesten gedisciplineerd en gezond zijn. De eerste werving werd voornamelijk uitgevoerd in de regio’s Ouarzazate(7) en Errachidia (8).
Hulptroepen in de frontlinie van oorlog
Toen in 1976 de oorlog uitbrak in de Westelijke Sahara zijn de hulptroepen opnieuw de eerste in de rij. Ze waren alleen gewapend met een lokaal gefabriceerde versie van de Beretta M3, een klein soort machinegeweer en kregen weinig gevechtstraining. En zij werden beperkt door hun sterk geïsoleerde bases in het midden van de woestijn en werden hierdoor verhinderd om zich makkelijk te manoeuvreren.
Daardoor waren ze een makkelijke prooi voor de Polisario-strijders, hele compagnieën werden afgeslacht en gevangengenomen. De manschappen van de hulptroepen dienen onder de legerofficieren, fungeerden als verkenners, kampbewakers en ondersteunende troepen. Bijna tweederde van de slachtoffers van de oorlog in de Westelijke Sahara behoren tot de Marokkaanse hulptroepen. Vanaf 1982 namen de garnizoenen van de hulptroepen die gelegerd waren in de Sahara samen met het leger, deel aan de constructie van de muur (9).
Beveiligingstaken en schenden van mensenrechten
De hulptroepen krijgen beheer- en beveiligingstaken in de gevangenissen en geheime detentiecentra zoals Kelaat m’gouna(10), Agdz(11) en Tazmamart (12).
In de Rif zijn de khaki geüniformeerde hulptroepen synoniem voor repressie en onderdrukking. In onder andere Al Hoceima, Nador werden de hulptroepen aangemerkt als verantwoordelijk voor verschillende gruweldaden. Maar er was veel verwarring omdat het Marokkaanse leger ervan werd beschuldigd zich te kleden als hulptroepen, omdat ze dachten dat de hulptroepen niet op demonstranten vuurden omdat hun eigen kinderen er tussen zaten. In tegenstelling tot het leger, bevinden de kazerne van de hulptroepen zich meestal in het stadscentrum. Ze kunnen worden gemobiliseerd door de gouverneur of hun inspecteur-generaal.
In de vroege jaren 80 werden de hulptroepen gehaat door de bevolking. Ze vertegenwoordigden de autoriteit in zijn meest beledigende, brute vorm. Naast de onderdrukking van demonstraties bleven de hulptroepen in de buurt en hebben dagelijks contact met de straat. Ze zijn overal: in de markten, de gemeentehuizen, ziekenhuizen, postkantoren, stadions en zelfs bij de ingang van bioscopen. Eenvoudig gezegd, het zijn de ogen en oren van het systeem.
De grootte van de hulptroepen wordt geschat op 55.000 personen (13). Het bevel op nationaal niveau is georganiseerd in twee geografische zones: Zone Nord (El Jadida-Tanger) en Zone Zuid (Safi-Lagouira). Direct onder de koning staat de algemene inspecteur-generaal voor de hulptroepen.
Noten en bronnenlijst
– Dit artikel is grotendeels gebaseerd op informatie beschikbaar op de Engelstalige pagina van wikipedia over de Marokkaanse hulptroepen, ingezien op 22 mei 2019. https://en.wikipedia.org/wiki/Auxiliary_Forces
1 Basri, D., M. Rousset (1988). Droit Administratif Marocain. Rabat, Marokko: Imprimerie Royale.
2 Justitiële verkenningen, Jaargang 27, 2001
3 Het woord Makhzen betekent opslagruimte, de pakhuizen van het paleis waar in de tijd van de sultan de geschenken of ontvreemde goederen werden opgeslagen.
[Wie de voorraadschuur in het dorp beheert, heeft de sleutel tot de macht. De makhzen is het systeem van vriendendiensten, omkoping, het weggeven van banen en van andere corruptie die Marokko in zijn greep houdt. Van hoog tot laag, van arm tot rijk, niemand ontkomt aan de makhzen (NRC 11/12/1999)].
4 De Senegalese Tirailleurs waren een korps van koloniale infanterie in het Franse leger. Ze werden oorspronkelijk gerekruteerd uit Senegal vanaf 1857, West-Afrika en vervolgens in heel West-, Midden- en Oost-Afrika: de belangrijkste sub-Sahara gebieden van het Franse bezette gebied. Zij werd tussen 1960 en 1962 opgeheven.
5 De goums: Marokkaanse soldaten, grotendeels afkomstig uit het Chaouia-gebied die gerekruteerd zijn voor het Franse koloniale leger en georganiseerd in pelotons infanterie en cavalerie. Deze eenheden bestonden van 1908 tot 1956. Hun naam is afgeleid van Arabische woord qum dat groep of eenheid betekent. Een goum was een compagnie van ongeveer tweehonderd man. Drie goums samen vormden een tabor, een bataljon. Daarom worden deze eenheden ook wel aangeduid als tabors. Drie tabors vormden op hun beurt een Groupement de Tabors Marocains (GTM) onder een Franse kolonel. Bron: https://historiek.net/de-marokkaanse-militaire-bijdrage-aan-de-strijd-tegen-nazi-duitsland-1940-1945-deel-ii/20722/
6 Bron:artikel in het Marokkaanse Franstalige weekblad TelQuel: http://www.telquel-online.com/archives/273/couverture_273.shtml
7 Ouarzazate: een stad en hoofdstad van de provincie Ouarzazate in de regio Drâa-Tafilalet in het zuiden van centraal Marokko.
8 Errachidia: een stad in Marokko, gelegen in de provincie Errachidia, in de regio Drâa-Tafilalet.
9 Marokko bouwde in de jaren 80 een 2700 km lange muur rondom de steden Smara, El Ayoun en Boujdour om de fosfaatrijke woestijngebieden en de belangrijkste woestijnsteden te isoleren en te beschermen tegen aanvallen van Polisario.
10 Kelaat m’gouna: een stad in het zuiden van Marokko, in de regio Drâa-Tafilalet en de provincie Tinghir. In deze regio bouwde Marokko in de vorige eeuw een geheime gevangenis waar opposanten van het regime. Hassan II heeft het bestaan van Kelaat m’gouna-gevangenis ontkent in een interview met Franse zender Antenne 2.
11 Agdz: een stad in het zuidoosten van Marokko, in het Atlasgebergte, in de vorige eeuw lag daar een geheime gevangenis.
12 Tazmamart was een geheime gevangenis in Marokko waar politieke gevangenen werden opgesloten. De gevangenis lag in de buurt van het Atlasdorp Rich tussen Midelt en Errachidia. Officieren en onderofficieren van het Marokkaanse leger die bij de mislukte staatsgrepen van 1971 en 1972 betrokken waren, werden opgesloten in Tazmamart.
13 Schatting grootte van de hulptroepen: http://www.lisankom.com/sucdjob3799-2/