Mohamed Chacha (1955–2016)
Door: Redactie Amazigh Informatie Centrum
Gepubliceerd op 29 juni 2018 — herzien op 25 juni 2025
De dichter, muzikant, maar bovenal Amazigh-activist Mohamed Chacha werd geboren op 15 augustus 1955 in Ixef n Cebdan, Qabu Yawa, regio Nador in de Rif. Als tiener werkte Chacha als visser in de haven van Qabu Yawa. Hier werd hij ontslagen omdat hij, samen met andere vissers, betere werkomstandigheden eiste.
Op jonge leeftijd werd hij zich bewust van de Marokkaanse dictatuur in zijn geboorteland. Zijn eerste confrontatie met het regime van wijlen koning Hassan II vond plaats tijdens een studentenprotest. Hij werd gearresteerd en mishandeld, wat uiteindelijk leidde tot zijn schorsing van school.
Op zijn 22e (in 1977) vluchtte hij naar Nederland om daar politiek asiel aan te vragen. Tot aan zijn overlijden woonde en werkte hij in Amsterdam, waar hij actief was in de radicale Marokkaanse beweging Ila Alamam (Voorwaarts) en het Komitee Marokkaanse Arbeiders in Nederland (KMAN). Uiteindelijk verliet hij deze organisaties om ideologische redenen. Chacha bleef echter altijd betrokken bij diverse mensenrechtenorganisaties. Naast zijn activisme hield hij zich als autodidact vooral bezig met literatuur, taal en cultuur.
Amazigh-beweging
In de jaren tachtig van de vorige eeuw was hij een van de meest prominente leden van de jonge Amazigh-beweging in Nederland. Deze bestond uit kunstenaars, dichters, schrijvers en studenten. Dit inspireerde Chacha om ook in het Tamazight te gaan schrijven, nadat hij zijn eerste boeken in het Arabisch had gepubliceerd.
In de jaren negentig richtte hij de Stichting Izouran (Wortels) op, met als doel het uitgeven van Riffijnse literatuur. Ook ondersteunde Chacha taalwetenschapper Roel Otten bij diens lessen in het Arabisch en Tamazight, door voor te lezen uit zijn werk om de spraak- en luistervaardigheid van studenten te verbeteren.
Zowel zijn liederen als zijn boeken bezingen en beschrijven het lot van arbeiders, vrouwen en andere gemarginaliseerde en onderdrukte groepen.
Chacha was een gepassioneerd en actief mens. Zo volgde hij een reeks theatercursussen en speelde hij in verschillende toneelstukken. Ook schreef hij zelf toneelwerken. Hij nam deel aan culturele evenementen en politieke bijeenkomsten in heel Europa, zowel als toeschouwer, performer en provocateur. Chacha speelde luit en zong Izran (Amazigh puntdichten). Daarnaast maakte hij radio- en tv-programma’s, onder meer voor de Piratenradio en Amazigh TV. Zijn programma’s gingen voornamelijk over kunst, cultuur en politiek.
Terug in Rif
Chacha mocht vanwege politieke redenen lange tijd zijn geboorteland niet in. Na de dood van Hassan II in 1999 keerde hij terug naar Rif om met eigen ogen te aanschouwen hoe het land eraan toe was. In de eerste jaren van het regime van Mohamed VI koesterde hij nog enige hoop op de beloofde hervormingen van de nieuwe koning. Die hoop vervloog echter toen hem duidelijk werd dat een democratisch Marokko onder het bewind van de Alawieten onhaalbaar was.
In de laatste tien jaar van zijn leven sloot hij zich aan bij de Riffijnse beweging die pleit voor een vrije Riffijnse republiek, zoals deze in 1921 door Abdelkrim El Khattabi werd opgericht. Zelfbeschikkingsrecht voor de Rif werd zijn laatste politieke eis.
Islamkritiek
Chacha was kritisch over religies, in het bijzonder de islam — de godsdienst die hij van zijn ouders had meegekregen. Hij verdiepte zich in oude islamitische geschriften zoals de Koran en de Hadith (overleveringen). In zijn omgeving sprak hij vaak over de tegenstrijdigheden in deze ‘heilige’ teksten. Op zijn Facebookpagina plaatste hij regelmatig verzen uit de Koran en verhalen uit de ontstaansperiode van de islam die hij zelf niet begreep, of die hij strijdig achtte met de mensenrechten. Het ging dan bijvoorbeeld over het huwen van minderjarigen, de rechten van de vrouw, en de daden van de profeet Mohammed en zijn metgezellen.
Laatste levensjaren
In 2004 onderging Chacha een longtransplantatie. Zijn artsen voorspelden dat hij nog acht jaar met die longen zou kunnen leven, wat uiteindelijk twaalf jaar werd. Op zijn ziekbed in Amsterdam bleef hij schrijven aan zijn laatste roman: Hdem bna (Breek af, bouw op), die hij niet heeft kunnen voltooien. Hij werkte eraan tot drie dagen voor zijn overlijden.
Hij overleed op woensdag 29 juni 2016 in Amsterdam, op 61-jarige leeftijd.
Chacha werd publiekelijk begraven in zijn geboortedorp, waarbij ook vrouwen aanwezig waren — een daad die indruist tegen de islamitische gebruiken in Marokko, waar traditioneel alleen mannen deelnemen aan begrafenisstoeten. Hiermee was Chacha zelfs na zijn overlijden een activist.
Bibliografie
Arabisch
— Al-Maghrib Al Jadid (1979), poëzie — “Het nieuwe Marokko”
— Qasaid Al Fuqaraa (1985), poëzie — “Gedichten der armen”
— Ayna Al Amal (198?), poëzie — “Waar is de hoop”
— Kalimaat Mutamarrida (199?), poëzie — “Rebelse woorden”
Tamazight
— Raz, Thuɛayantt d tawra zi yitaan (1995), poëzie — “Honger, naaktheid en vlucht voor de honden”
— Reẓ ṭṭabu ad d teffeɣt tfukt (1997), roman — “Doorbreek het taboe, en de zon zal schijnen”
— Ajḍiḍ umi yitwagg celwaw (1998), roman — “De blinde vogel”
— Cway zi tibbuhelya ɛad war twid (1999), poëzie — “Onvoltooide dwaasheid”
— Abrid ɣer yezran (2000), studie over Izran — “De weg naar liederen”
— Tuf teqqen (2015), roman — “Het zit vast”
— Tarwa n umadal (2015), kinderboek — “Wereldzonen”
— Aṛaji (2016), poëzie — “Het wachten”
— Tayri n tayri (2016), roman — “Liefde der liefde”
— Hdem bna (2016), roman — “Breek af, bouw op” (nog niet verschenen)
Nederlands
— Honger, naaktheid en vlucht voor de honden: rebelse verzen (1993) — Vertaling van Raz, Thuɛayantt d tawra zi yitaan (1995)
