Mohammed Ameziane (1860–1912) één van de eerste Riffijnse verzetshelden.
Door: Redactie Amazigh Informatie Centrum
Toen Spanje en Frankrijk Marokko, in 1906 tijdens de conventie Algeciras verdeelde en de Rif door Spanje bezet werd, kwamen de Riffijnen ogenblikkelijk in verzet. Dit verzet werd geleid door Mohamed Ameziane. Onder zijn leiding mondde het verzet uit in de eerste Rif oorlog. Wie was deze man?
Mohammed Ameziane, beter bekend als Muḥand Ameẓyan is één van de eerste Riffijnse verzetsstrijders tijdens de Spaanse bezetting van de Rif. Ameziane betekent in het Riffijns ‘kleine’ (*). Volgens de overleveringen werd hij rond 1860 geboren. Hij bezocht in zijn geboortedorp Azghenghan de Koranschool, waarna hij aan de Al-Qaraouiyin moskee in Fez studeerde.
Ammeziane was in de Rif veehandelaar, maar werkte ook wel in de toenmalige Franse kolonie Algerije, zoals vele andere Marokkaanse seizoensarbeiders. Hij stond bekend als een integere en behulpzame man. Mensen die hem kende omschreven hem als intelligent en als iemand die van zijn land hield. Hij had dan ook een goede reputatie onder de Riffijnse stammen. Mensen vroegen hem advies en hulp bij onderlinge geschillen, die hij, naar zeggen, vaak wist op te lossen.
Rond 1902 wist een Marokkaanse rebel genaamd Jilali ben Driss Zirhouni al-Youssefi alias ‘Bu Hmara’ een deel van de Rif onder zijn controle te brengen. In die tijd verkocht hij Riffijnse mijnen en grondstoffen afkomstig uit de Rif aan Frankrijk en Spanje. Om de mijnen te kunnen exploiteren en spoorlijnen te kunnen aanleggen annexeerde Spanje gebieden in de nabijheid van Melilla, een Riffijnse stad die al sinds 1497 in Spaans bezit was. Ameziane was een van de eersten die de kwalijke praktijken en de collaboratie van Bu Hmara met de Europese kolonisten ontmaskerde. Hij voerde dan ook heftig campagne tegen Bu Hmara onder de Riffijnse stammen.
In 1909 bezocht een Riffijnse delegatie onder leiding van Ameziane de Sultan in Fez (toen hoofdstad van ‘Marokko’) met het verzoek om het verzet tegen de Spaanse expansie in de Rif, te steunen. De Marokkaanse en Alawitische Sultan weigerde hierop te reageren. Ameziane besloot zelf het verzet te organiseren en wist meerdere Riffijnse stammen te verenigen om het land te verdedigen. Dit resulteerde in een directe confrontatie met Spanje.
Mohamed Ameziane verzette zich tegen de Spaanse invasie en sloeg de pogingen tot omkoping door de militaire bestuurder van Melilla generaal José Marina Vega, af.
Op 27 juni 1909 kwamen een aantal Riffijnse stamhoofden bij elkaar om te bespreken hoe zij de aanleg van de Spaanse spoorlijn die de bergen van Iysan en Iharchwen en de stad Melilla met elkaar moest verbinden konden verhinderen.
Dit leidde ertoe dat de Riffijnse stammen onder leiding van Mohamed Ameziene de strijd aan gingen met Bu Hmara en hem in 1909 overwonnen waarop hij en zijn mannen de Rif ontvluchten.
Vervolgens gaf Ameziane op 9 juli 1909 de opdracht om de troepen die de aanleg van de Spaanse spoorlijn in de Rif bewaakten, aan te vallen. Deze veldslag die tot 27 juli van hetzelfde jaar, duurden en een van de grootste werd die Ameziane voerde, werd door de Riffijnen Aghazar Ouchen (Wolven rivier) genoemd. Spanje verloor tijdens deze veldslag veel manschappen waaronder generaal Guillermo Pintos Ledesma. Deze veldslag staat in de Spaanse geschiedenis bekend als Desastre del Barranco del Lobo, de ramp het ravijn van de Wolf.
Spanje stuurde daarop een nieuwe legermacht die uit meer dan 4000 soldaten en drie generaals bestond naar de Rif. Hierop kwam het tot een nieuwe veldslag met de troepen van Ameziane, die volgens vertellingen uit niet meer 1500 mensen bestond. Deze veldslag vond plaats op 20 september 1909 bij Ijeddayen op het gebied van de stam Ayt Chichar. Ook deze veldslag werd door het Spaanse leger verloren. De Riffijnse strijders wisten veel wapens en munitie tijdens deze slag buit te maken.
Het Riffijnse verzet kon deze veldslagen winnen omdat zij goed was georganiseerd, de stammen stelde een aantal van hun mannen beschikbaar om het verzet permanent van strijders te voorzien. Zij waren vrij om te bepalen of en hoe zij zich wilde organiseren, welke en hoeveel mannen zij beschikbaar wilde stellen en eventueel vervangen en/ of en hoeveel munitie zij wilden leveren.
De verschillende stammen en hun strijders wisten elkaar te waarschuwen voor vijandige troepen bewegingen door het aansteken van vuren op de hoger gelegen bergtoppen. Door deze signalen, het beurtelings aansteken van vuren, was men snel op de hoogte van een mogelijke vijandige aanval en waren de troepen snel ter plaatse om deze af te slaan.
Ameziane heeft meerdere veldslagen met Spanje gevoerd waarbij hij het Spaanse leger enorme verliezen wist toe te brengen. Zij leden verlies aan manschappen waarbij ook hogere Spaanse officieren met een rang van kolonel en generaal omkwamen, maar leden ook enorme materiële verliezen.
In 1912 kwam daar een eind aan. Op 15 mei 1912 werd hij gedood door een eenheid van Regulares in de regio Ayt Sidal. De Spanjaarden brachten zijn lijk naar Melilla, waar hij tentoongesteld werd als oorlogsbuit, onderweg werd hij getoond aan de Riffijnen om hen af te schrikken. Hij is begraven in zijn geboorteplaats Azghenghan in de Rif.
* Door de naam Mohammed veelvoudige wordt gebruikt in Riffijnse gezinnen na de arabisatie van Noord-Afrika vanaf de 7de eeuw, voegen ze Ameziane (klein) of Ameqrane bij de namen van Mohammed om ze van elkaar te onderscheiden,