Poging tot manipulatie van de Nederlandse migratiegeschiedenis
Migratiehistoricus Nadia Bouras, verbonden aan de Universiteit Leiden beweert in een artikel in Het Parool van 25 mei jl. dat het beeld dat we hebben van uitgebuite, willoze Marokkaanse gastarbeiders niet klopt. Volgens haar kwamen de meesten op eigen initiatief. Met woordkeuze als: jonge, hippe gasten, op zoek naar geluk en avontuur, romantiseert en verbloemt de historica de migratie van Marokkanen naar Nederland. Dat is de eerste stap om de lezer ontvankelijk te maken voor manipulatie.
Het artikel in Het Parool is niet de eerste poging van mevrouw Bouras om de daadwerkelijke redenen van de migratie van Marokkanen naar Nederland te bagatelliseren, in haar media optredens en eigen schrijven doet zij dat structureel. Het lijkt er sterk op dat zij als missie heeft: het imago van het Marokkaanse regime in Nederland op te poetsen en de migratiegeschiedenis van Marokkanen in Nederland te herschrijven naar de visie van Rabat.
Overigens wordt je niet zomaar gekozen om zitting te nemen in de adviesraad van de Koning van Marokko in het buitenland Conseil de la Communauté Marocaine à l’étranger (CCME). Nadia Bouras zat tussen 2007 en 2014 in deze adviesraad.
De bewering van de migratiehistoricus Nadia Bouras is bij voorbaat ontkracht in Marokko door een naaste medewerker van de koning.
Abdelhadi Boutaleb (1923–2009) was een Marokkaanse politicus die vele ministeriële posten in de jaren zestig en zeventig bekleedde. Tussen 1955 en 1956 was Boutaleb minister van Arbeid en Sociale Zaken in de eerste Marokkaanse regering tijdens de terugtrekking van Frankrijk uit Marokko. Hij was een vertrouweling van het Marokkaanse regime en hij maakte drie koningen mee. Hij werkte voor twee er van: koning Mohamed V en en zijn zoon koning Hassan II. Abdelhadi Boutaleb was docent van kroonprins Hassan en later toen hij koning werd, heeft hij Boutaleb tot zijn adviseur benoemd.
In een interview met het Arabisch dagblad Asharq Al-Awsat, Nr. 8064 van 26 december 2000, vertelt Abdelhadi Boutaleb over een discussie dat plaats vond in het Marokkaanse parlement en die ging over ‘het exporteren van Marokkanen naar het buitenland’: “Al-Maati Bouabid was directeur van mijn kabinet in de tijd dat ik minister van Arbeid en Sociale Zaken was. Toen hij parlementariër werd voor de oppositie viel hij mij aan: “De minister brengt de hele dag door met menselijk vlees naar het buitenland te exporteren”.
Bouabid bedoelde dat ik de migratie van de Marokkaanse werknemers naar het buitenland stimuleerde. Maar hij formuleerde dat als volgt: “De minister brengt zijn tijd door met menselijk vlees naar het buitenland te exporteren”.
Abdelhadi Boutaleb: “Mijn antwoord daarop was: herinnert u zich meneer de parlementariër hoe vaak wij het menselijk vlees exporteerden, u en ik, toen u nog directeur van mijn kabinet was?”.