Kettani Ben Hammou, van collaborateur tot CIA-informant
Door de redactie Amazigh Informatie Centrum
In tegenstelling tot de weigering van vele gewone Marokkaanse en Riffijnse gezinnen om mee te werken met de koloniale bezetter, dacht een kleine Marokkaanse elite daar anders over. Zo weigerden gewone gezinnen tijdens het Franse en Spaanse protectoraat (1912 — 1956) vaak hun kinderen naar de koloniale scholen te sturen en weerhielden zij hen er van dienst te doen in het koloniale leger, hoewel zij dit verplicht waren volgens de Marokkaanse sultan Abd el Aziz ibn Hassan (1878 — 1943) en de Europese bezetters. Deze hadden de Noord-Afrikaanse volkeren namelijk nodig voor het voeren van hun koloniale oorlogen.
Een kleine en rijke Marokkaanse elite zag het koloniale stelsel en scholen juist als de weg voor een succesvolle carrière voor hun kinderen. Zij stuurden hun kinderen naar Europese scholen en universiteiten of militaire academies. Op deze wijze hadden zij en hun kinderen toegang tot politieke en militaire sleutelfuncties, ook na het vertrek van de bezetter uit Marokko. Kettani Ben Hammou was één van hen.
Kettani Ben Hammou werd in 1910 te Berrechid geboren, in de omgeving van Casablanca. Hij volgde zijn opleiding aan de Franse militaire school Dar-El-Beida in Meknés. In 1923 nam hij dienst in het Franse leger. Hij behoorde tot de Tabors, een eenheid die volledig uit Marokkanen bestond. Met deze eenheid, waarover hij later de leiding kreeg, nam hij deel aan verschillende militaire expedities in Tunesië, Italië, Frankrijk en Duitsland. Tot hij in 1944 twee keer gewond raakte, en werd onderscheiden.
Generaal Kettani Ben Hammou werd na de Tweede Wereldoorlog opgeroepen om voor de Franse residentgeneraal in Marokko te werken. Daarna vervolgde hij zijn opleiding bij de l’École Supérieure de Guerre, een Franse academie voor hoge officieren.
Deze kolonel Kettani ben Hammou promoveerde tot generaal, zo was in augustus 1954 in de Franse krant Le Monde te lezen. Zo werd Ben Hammou de eerste Marokkaan met de rang van generaal in het Franse leger. Deze timing was wel van belang, omdat twee jaar later Frankrijk Marokko zou ‘verlaten’. Vanaf dat moment konden de generaalssterren van Ben Hammou in het ‘onafhankelijke’ Marokko schitteren.
Generaal Kettani Ben Hammou maakte deel uit van de staf van het Franse bezettingsleger in Duitsland. Wel bleef hij loyaal aan de Sultan van Marokko, Mohamed Ben Youssef.
In november 1955 bij zijn terugkeer uit ‘ballingschap’, riep koning Mohammed V hem naar Rabat om kroonprins Hassan bij te staan bij het formeren van de koninklijke strijdkrachten FAR.
In 1956 was Ben Hammou commandant der strijdkrachten, en in deze hoedanigheid vertegenwoordigde Kettani de sultan bij de overgave van de gouverneur van Tafilalt Aâddi Oubihi die in opstand was gekomen tegen de Hizb Listiqlal (Partij van de Onafhankelijkheid) die in 1957 aan de macht was.
Twee jaar later, in 1959, werd een grote volksopstand in de Rif die in 1958 begon op gruwelijke en gewelddadige wijze neergeslagen door het Koninklijke leger van kroonprins Hassan. Het was aan o.a. generaal Kettani om toe te zien op de verdere onderwerping van de Riffijnen.
Generaal Ben Hammou ging namens de VN in de jaren 60 naar de Congo als adviseur van de Congolese stafchef van Mobutu Sese Seko. John Batist Mlima Makoubi, lid van de Unie van Congolese Jongeren, beschuldigde Ben Hammou ervan dat hij Mobutu via de CIA aan de macht heeft geholpen. Verder zou hij Congolese dictator in staat hebben gesteld de macht te grijpen door de onafhankelijk leider Patrice Lumumba te laten vermoorden en zo uit te schakelen.
Deze beschuldiging komt niet vreemd over gezien de uitlatingen van Ben Hammou in het dagblad Le Monde. Zo deed hij tijdens de bevrijdingsoorlog in Congo de volgende uitspraak; ‘Wat dit land (Congo red.) nodig heeft is een Lyautey’. Generaal Lyautey stond aan het hoofd van het Franse leger dat ondermeer Marokko veroverde.
Generaal Kettani Ben Hammou was ook chef van het Militair Huis van koning Hassan II. Hij overleed in 1965 aan een hartstilstand. Het dagblad Le Monde bericht in het nummer van 14 april 1965 dat Kettani een hartaanval kreeg tijdens een ceremonie van het religieuze feest Aïd El Kébri. Hij feliciteert de koning namens het leger en stort in. Ondanks de behandeling die hij onmiddellijk kreeg door de artsen van de koning, stierf de generaal een paar minuten later zonder bij weer bewustzijn te komen.